Beschrijving gemeentelijke monument

Grubbenvorsterweg 66, Boerderij Hoeve Rosa - Heide


Het pand is uitgevoerd in een sobere architectuur, exemplarisch voor de bouwtijd. Zowel in de bouw als in materiaalgebruik en detaillering is het gaaf en vrijwel ongeschonden. Historisch gezien markeert deze boerderij het begin van de meer grootschalige ontginning in Sevenum. Historie Sevenum was in het verleden een gemeente met veel woeste grond. Omstreeks 1800 was slechts 20 % in cultuur gebracht. In de 18de eeuw mislukten pogingen om woeste gronden te verkopen steeds wegens
gebrek aan kopers, maar ook door tegenwerking van de plaatselijke boeren: men dacht de woeste gronden
nodig te hebben voor weiden van vee. Na 1825 steeg de interesse. De ontginningen waren toen nog
kleinschalig. De kopers waren dagloners met een neven beroep, zoals wevers. Meestal werd één hectare
gekocht. De koper bouwde hierop een woning en in de vrije tijd werd de grond met handkracht ontgonnen.
Op deze manier ontwikkelden zich nieuwe buurtschappen zoals “de Blakt” en “het Kleef”. 
Omstreeks 1900 ontstonden de mogelijkheid om ontginningen machinaal te gaan doen en kon men op een
grotere schaal ontginnen. Er werden dus grotere eenheden ter ontginning verkocht.
Arnold Lambertus Obers, landbouwer te Grubbenvorst kocht een perceel van bijna 53 hectare. De
ontginning werd voortvarend uitgevoerd en na vijf jaar was het zover dat een boerenbedrijf kan worden
begonnen.  Hoeve Rosa - Heide, ook wel Hoeve Rosa genoemd is in 1912 gebouwd. Jan Frans Obers,
geboren in 1885 te Grubbenvorst was de eerste bewoner.
Plattegrond en opbouw:
Het aanzienlijke woonhuis bestaat uit twee bouwlagen en een zolderverdieping op rechthoekig grondplan.
Het pand is opgetrokken in roodbruine baksteen, in kruisverband gemetseld bovenop een hardstenen plint.
In het metselwerk zijn speklagen opgenomen van rode geglazuurde bakstenen. Het gevelvlak heeft als
pilasters uitgemetselde hoeken die aan de bovenkant begrensd worden door een fries met twee kleurig
siermetselwerk. Het zadeldak ligt evenwijdig aan de weg en steek bij beide zijgevels over en is gedekt met
een antraciet gebakken pan. Aan de onderzijde is het dak voorzien van een houten bakgoot. Deze
betimmering wordt in de zijgevel doorgezet aan de grote dakoverstekken.
Gevels:
In de symmetrische gevel heeft iedere verdieping vijf gevelopeningen (vijf vensterassen). In de middelste as
is op de begane grond een dubbele entreedeur met langwerpige ramen voorzien van ijzeren roosterwerk.
Boven het kalf bevindt zich een enkel-ruits bovenlicht. De T-ramen zijn uitgevoerd met geprofileerd kalf en
een enkel-ruits bovenlicht. Alle vensters zijn voorzien van hardstenen lekdorpels, gekleurde hoekblokken en
geboortestenen en blinde segmentbogen gevuld met siermetselwerk. 
Reden van plaatsing:
Het object heeft architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een aanzienlijke boerderijwoning in een sobere architectuur uit begin van de 20ste eeuw. Ook de traditionele bouwtrant die wordt gekenmerkt
door gave verhoudingen, regelmatige gevelindeling en metselwerk accenten. 
Het object heeft stedenbouwkundige waarde als essentieel onderdeel van het begin van de meer
grootschalige ontginning in de voormalige gemeente Sevenum.