Beschrijving gemeentelijk monument
Paterstraat 4 Gevangenis Ter peel, voorheen Klooster
Architecten Jongh, Taen en Nix te Nijmegen
Het voormalige klooster Onze Lieve Vrouw Ter Peel heeft net als de bijbehorende kapel een architectuur die vrij zeldzaam is in de voormalige gemeente Sevenum. Het pand is gaaf en ongeschonden bewaard gebleven. Sinds de ombouw tot penitentiaire inrichting zijn er veel gebouwen bij gekomen en zijn geen onderdeel van beschermd monument. Historische beschrijving In 1938 zette prof.mr. C.P.M. Romme de eerste spade in de grond en dit was het begin van de ontginning. Volgens planning zouden hier ca. 60 boerderijen gebouwd worden. Een klooster in het centrum van dit jonge Peeldorp dat de naam Evertsoord kreeg, zou de leefbaarheid voor de bewoners vergroten. Op 6 mei 1944 verkochten W.P. Everts en P.C.H. Aerts namens de stichting Binnenkolonisatie aan de Vereniging van den Heiligen Gerlachus te Houthem een perceel bouwland, groot 9,6 ha voor fl 6775,30. De vereniging verplichte zich hiermee om binnen vijf jaar een klooster met bedrijfsgebouwen te stichten. In 1949 werd bouwvergunning verleend voor de bouw van een Patershuis en Noviciaat door de paters Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria van het klooster Ravensbosch in Valkenburg. De paters en broeders kregen een belangrijke plaats in de gemeenschap. Dat het klooster zo’n kort bestaan zou hebben had niemand verwacht. In 1975 is besloten tot opheffing en zijn de gebouwen verkocht aan het Ministerie van Justitie. De nieuwe bestemming was welhaast tegenovergesteld aan de vorige, er kwam namelijk een gevangenis voor vrouwen. Er volgde een verbouwing waarbij het historisch aanzicht bewaard bleef. Bouwkundige beschrijving: Op de penitentiaire inrichting, het voormalige klooster van de Paters Oblaten, is slechts van afstand een blik te werpen door de hoge hekken. De gevels van het pand zijn opgetrokken in donkere roodbruine baksteen, gemetseld in kruisverband. Het deel van de voorgevel met de ingang eindigt in een topgevel. Deze gevel wordt door twee betonnen kolommen in drieën gedeeld. De muur hierachter is wat terug gesitueerd. Boven de entree, in het middelste deel, is de gevel hoger opgetrokken. Onder de top bevindt zich een nis met het Mariabeeld. Op de hoeken liggen betonnen bollen. Het gebouw is niet symmetrisch. Links van de entreepartij gaat het gebouw over in de naast gelegen kerk. Rechts is een uitbouw in de lengte aan de gevel, afgedekt met een lessenaarsdak. Tegen de rechter topgevel en de voorgevel zijn schoorstenen opgetrokken. Reden van plaatsing: Het object heeft architectuurhistorische waarde als goed en vrijwel gaaf voorbeeld van een kloostercomplex met kerk uit de 40 en 50er jaren van de 20ste eeuw. Ook vanwege de vrij zeldzame en sobere architectuur die vrij zeldzaam is in deze streek. Het object heeft stedenbouwkundige waarde als essentieel onderdeel van een religieus complex als karakteristiek ensemble dat vanwege de omvang en verschijningsvorm van bijzondere betekenis is voor het aanzien van Evertsoord. Ook vanwege de situering in het centrum van de ontginning van Evertsoord, een plan uit de jaren dertig wat de vestiging van o.a. 60 boerderijen omvatte. Het plan heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere en duidelijk herkenbare uitdrukking van een geestelijke en culturele ontwikkeling ter plaatse. Ook vanwege de compleetheid van het kloostercomplex met kerk.